Eens geen column, maar gewoon iets dat in me op kwam.
Langzaam komt een
oranjerode zon boven het korenveld uit. Er hangt een dichte mist die door de
eerste zonnestralen stukje bij beetje in flarden uiteen wordt gedreven. Straks,
als de zon hoog staat en de mist is verdwenen, zal de temperatuur een stuk
minder aangenaam zijn. Het graan is rijp. Als het weer zo blijft zal het een
dezer dagen wel droog genoeg zijn om gemaaid te kunnen worden. Dan zal de lucht
weer mistig zijn. Deze keer van het stof dat van het land komt. Maar nu is het
nog heerlijk fris.
Een eenzame fietser komt
langs op de verder verlaten weg. De draadjes van de oordoppen zijn zichtbaar
boven de jas die toch nog even nodig is. Het tempo ligt hoog, de route is
bekend. Waarschijnlijk op weg naar het werk, want de persoon let niet op de
omgeving. De kat die in de berm tussen het riet zit merkt wel de fietser op.
Hij wendt zijn blik af van zijn prooi dat aan de rand van het veld
rondscharrelt, en houdt zijn vermeende vijand strak in de gaten. Zodra het
gevaar geweken is duikt hij bovenop het nietsvermoedende veldmuisje. Met een
triomfantelijke blik neemt hij zijn ontbijt in zijn bek en springt tussen het
graan om het in alle rust naar binnen te kunnen werken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten