dinsdag 12 maart 2013

Focus

Het is wel weer tijd voor een nieuwe column. En wat is nou een mooier onderwerp voor zo’n column dan Focus. Voor degene onder mijn lieve lezertjes die nu hun ene wenkbrauw optrekken om deze Navigatortaal: Dit is een heel mooi weekend ergens op een camping in the middle of nowhere met 1200 Navigatorstudenten uit alle 15 steden in Nederland.



Ik geloof niet dat er iets is waar je de sfeer die hier hangt mee kan vergelijken. Het is een ‘normaal’ bijbelstudieweekend. Maar dan een waarin je tijdens het avondeten je eigen verenigingslied gaat ‘zingen’. Hierbij is het natuurlijk gebruikelijk om op je stoel/tafel te gaan staan, hand op je hart, zo hard mogelijk jou stad te laten horen. Want je eigen stad is natuurlijk het best en mooist. Dus 15 verschillende liederen keihard door elkaar gebruld. En dan de ochtend erna gewoon met zijn allen eensgezind het overkoepelende Navigatoriaal te zingen. (wat niemand uit zijn hoofd kent, maar daar zijn beamers voor uitgevonden.)

Een van de mooie dingen van afgelopen weekend maakte ik vanochtend mee. Ik werd ergens een keer wakker gemaakt en ik slofte gapend de eetzaal in. Met een lekker ontbijtje op mn bord zocht ik een plekje aan een tafel bij mensen die ik kende. Helaas, alles al bezet. Maar omdat wij allemaal Navigators zijn (al dan niet ontzettend trots op onze eigen mooie stad), ben ik maar gewoon aan een willekeurige tafel neergeploft met de woorden: ‘hoi mensen die ik nog niet ken!’ Zowaar, ik werd niet raar aangekeken. En ik had een zeer interessant ontbijt met een paar mensen uit Wageningen.

Iedere vereniging heeft, om zich lekker te kunnen profileren, verenigingskleding. Over het algemeen een trui met de naam/logo/iets herkenbaars van de stad erop. Vet handig, want je kan je eigen verenigingsgenootjes zo ertussenuit vissen omdat niemand natuurlijk zo’n mooie trui heeft als Nijmegen. Of je zoekt een bekende uit een andere stad en je speurt de menigte af naar die trui en als je er een gevonden hebt kijk je wel of degene die je zoekt er ook in zit.

En dan beland je ineens in een huisje van een paar Delftse mannen om te gaan weerwolven. Wat begint met zijn 8e, maar halverwege spel 1 druppelen er steeds meer mensen binnen. Voornamelijk Leeuwardenaren en de rest was natuurlijk nog meer Delft. Zit je dan… Ken je 2 mensen, ben je meteen verdacht. Dus Nijmegen lag er na 1 dagje overleggen wie de weerwolf zou kunnen zijn, al meteen uit. Bij spel 2 deden 20 mensen mee. En Nijmegen lag er weer meteen uit. Of ik ben zo verdacht, of het ligt aan mijn stad… En als onschuldige burger ga ik natuurlijk van het laatste uit.

Dan ga je maar toekijken. En kletsen met mensen die je veel te weinig spreekt. Of met mensen die je überhaupt nog nooit hebt gesproken. Wat een dag later dan weer leidt tot een lift naar het station, waarmee ik ze bedank met een uitnodiging voor een feestje in Nijmegen. Vervolgens komt er een hele delegatie erheen en ken ik spontaan nog meer mensen. Ik vind het wel leuk zo.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten